Diverse verhalen
Onderwerping van de Friese Redbad
Historische feiten achter de legende

Karel de Grote? en de Friese Redbad
Volgens het verhaal is er onenigheid tussen koning Karel de Grote en de Friese Redbad, ook wel Radboud geheten. Radboud zou een wrede legerleider zijn die de Friezen met harde hand onderdrukt. Historisch gezien kan dit niet kloppen want Karel de Grote leefde zo’n kleine honderd jaar later dan de Friese Radboud. Men is kennelijk in de war met een andere Karel, namelijk Kartel Martel, de grootvader van Karel de Grote. Daarvan is bekend dat hij strijd leverde met Radboud en ook zijn vader Pepijn van Herstal had het al met Radboud aan de stok. Alleen Franeker wordt niet genoemd als plaats van de strijdtonelen, wat in de legende wel het geval is.
Volgens de legende komt Karel de Friezen te hulp als hij hoort van de wrede onderdrukking door Redbad. Hij besluit ten strijde te trekken tegen Redbad, die zich bij de Friese plaats Franeker lijkt op te houden. Net voordat de strijd los zal barsten, verschijnt er plots een bijzonder iemand op het strijdtoneel. Een man bekend om zijn wijsheid en bedachtzaamheid. Hij begint luid te roepen zodat beide partijen hem goed kunnen verstaan: ‘waarom straks zoveel bloed vergieten? Waarom moet al die moed en dapperheid voor de wereld verloren gaan, omdat jullie zo nodig met elkaar de strijd aan willen gaan? Edele heren, vindt u het zelf geen grote dwaasheid om straks al het bloed te vergieten van mensen die te kostbaar zijn om op zo'n onbenullige manier aan hun eind te komen?’

Radboud die zich op het laatste moment niet liet dopen;
borduursel uit (vermoedelijk) het begin van de 16e eeuw.
Museum Catharijnenconvent.
Allebei ingepakt in een ijzeren harnas en kuras staan zij daar urenlang op één been tegenover elkaar. Beide legers kijken vol spanning toe en schreeuwen allerlei aanmoedigingen. Karel dier er erg gebrand op is te winnen bedenkt plotseling een list: hij werpt Redbad de handschoen toe die hij al die tijd in zijn hand had gehouden. Zoals het een goede ridder betaamt, neemt Redbad de uitdaging aan. Hij wil bukken om de handschoen op te rapen, maar het harnas zit hem in de weg. Hij moet wel zijn andere been op de grond zetten om zich in evenwicht te kunnen houden. Een donderend gejuich stijgt op uit de gelederen van Karel en uit die van de Friezen, wanneer ze merken dat Karel hierdoor gewonnen heeft! De Friezen hebben ook liever Karel dan de wrede Redbad tot heer. Redbad heeft verloren en moet voorgoed het Friese land verlaten!
De bijzondere man kan niemand minder zijn dan Willibrord! Radboud wilde namelijk niets weten van het christendom, waarop Willibrord steun zoekt bij de Frankische koning Pepijn van Herstal, de vader van Karel Martel. Die is het christendom gunstig gezind en doet een aantal schenkingen aan Willibrord, zoals de kerk en een hofstede in Susteren. Ook Karel Martel op zijn beurt doet later schenkingen zoals aan de kerk van Elst (Gld) ten gunste van Willibrord.
Toch was Radboud bijna tot het Christendom bekeerd, maar trekt zich bij zijn doop op het laatste nippertje terug. Bekend zijn de afbeeldingen waarop hij al met een been in het doopvat staat! Is dit feit verwerkt in de legende van het op één been staan?
Of heeft het te maken met de zogenaamde springprocessie in Echternach, de plaats waar Willibrord begraven werd. De springprocessie is een jaarlijkse optocht op de dinsdag na Pinksteren in Echternach en wordt al sinds in Middeleeuwen gehouden. Het is een herdenking aan Willibord die hier de abdij stichtte. Aanvankelijk werden er in de optocht door de deelnemers drie stappen vooruit en twee stappen achteruit gedaan, wiegend op de voorvoet. Dat zou tot chaotische toestanden hebben geleid. Daarom moet er vandaag de dag op de maat van de mars afwisselend met de linker of rechtervoet naar voren gesprongen worden.

The Fairy Dance (dans van de elfen), Robert Alexander Hillingford (1825-1904).